donderdag 24 september 2015

Reanimeer mij

Breng mij weer tot leven,
ik functioneer alleen maar.

Ja, het gaat wel goed,
niets te klagen,
ik doe wat ik doen moet,
het is niet zo dat ik mij verveel,
dat is het niet.

Maar dat gemis,
de connectie, het gevoel ontbreekt,
ik voel mij afgesneden,
incompleet,
en dat hartsverlangen naar haar,
HAAR.

Het ontbreken van vaste grond,
een uitzichtloos uitzicht,
ik wil naar huis.

Waar is ze nu?
Ik kan haar niet vinden,
ik weet niet waar nog te zoeken,
ik weet niet wat te doen,
en al helemaal niet hoe.

In het wachten,
glijdt het leven voorbij,
en tijd zonder haar is weggegooide tijd.

Zal ik haar voorbij gelopen zijn?
Zal ik haar wel herkennen?

Haar, ben ik dat???

©Judith Nachtschade

donderdag 23 juli 2015

Nou?

Wat zou je doen als,
mocht ik dat überhaupt durven,
denken,
voelen dat jij dat wel wilt,
mij wel wilt zien,
ik mij voor je zou uitkleden?
Als ik je mij toon?
Naakt, zonder opsmuk, zonder al dat gedoe
(ik houd niet van gedoe).

©Judith Nachtschade 

dinsdag 21 juli 2015

Nu-doen

Van gister wil ik zo ver mogelijk vandaan,
niet meer weten,
uitgummen,
alsof het er nooit is geweest.

Het oneindig uitzicht van morgen maakt dat ik verstar,
bevries,
geen idee waarheen te gaan,
geen idee waarom,
geen idee hoe.

Maar nu dan
Of
En nu dan?

Wat moet ik met dit nu,
als er geen verleden is,
geen stevige, veilige grond om op te staan?
Als ik niet weet
hoe het gaat worden,
dat het wordt,
dat er iets komt dat iets is?

Hoe weet ik dat ik
het nu goed doe?
Ik doe niets,
ik weet niets,
ik weet niet wat te doen...

©Judith Nachtschade

donderdag 16 april 2015

Dit is mijn dag

Vanochtend werd ik wakker in een droom
van iemand die een huid van vlees bewoont.

Ik kon niet vluchten, ik was geen Tsjwang Tse
die had gedroomd dat hij een vlinder was

en zich bij ochtendlicht afvroeg of hij,
Tsjwang Tse, gedroomd had een vlinder te zijn

of dat de vlinder droomde als Tsjwang Tse
te ontwaken, nee, ik was een mens,

een taai skelet met tweeëndertig tanden,
twee handen en een tragisch intellect

dat met een angst voor klokken was behept.
Maar langzaam, bijna heilig, stond ik op,

gaf mijn gezicht een hand en ritste mijn
gedachten dicht. Dit is mijn dag, wist ik.

Hier lonkt een spiegel naar verwonderd licht.
Daar breekt een vlinder uit. En dat ben ik.

Menno Wigman

donderdag 2 april 2015

De waarheid is alleen te ervaren

De waarheid bestaat slechts in de ervaring, en dan alleen nog in je eigen ervaring. Zodra die ervaringen worden doorverteld, worden ze toch weer een verhaal. De waarheid kan onmogelijk bewezen worden, en dat hoeft ook niet, daar mogen al die zogenaamde verdedigers van de waarheid van het leven zich het hoofd over breken, het belangrijkste is het leven. Wat waar is, is alleen maar dat ik hier zit voor dit vuur, in die door vettige rook zwartgeblakerde kamer, en dat ik de dansende vuurglans in zijn ogen zie; het enige dat echt is, ben ikzelf, wat echt is, is alleen mijn gewaarwording van dit ene moment, dat kun je niet aan een ander beschrijven. Onder het dek van wolken en mist buiten zijn de groene bergen slecht vaag zichtbaar, het geruis van een snelstromend beekje ergens weerklinkt in je hart, en dat is genoeg.

Uit: Berg van de ziel / Gao Xingjian, vertaald door Anne Sytske Keijser, p. 21-22

zondag 15 maart 2015

Stom wijf

Ik haat het hoe je loopt
Ik haat het hoe je lacht, hoe je zit, hoe je kijkt

Ik haat het hoe je eet
Ik haat het hoe je drinkt
Ik haat het

Ik haat het hoe je praat
Ik haat je stem, je stilte
Je ogen, je borsten, je neus, je mond, je armen, je benen
Ik haat het allemaal

Ik haat je tranen
Ik haat je vuur
Ik haat je warmte, je geur, je zachtheid, je lef, je gedrevenheid

Ik haat het hoe je me aan het lachen kunt maken
Ik haat het dat ik me veilig en geborgen voel als ik bij je ben
Ik haat het hoe je me omhelst
Ik haat je liefde

Je ontroerd me mateloos
En het maakt me angstig en wanhopig
Dat ik je zo mis als je er niet bent
Jij maakt me zo kwetsbaar

Kom als je blieft
Blijf bij mij
En ga nooit weg 

Heb mij toch lief

©Judith Nachtschade

zaterdag 14 maart 2015

Doorlezen

In mijn verhaal speelt zij een onbeschrijfelijke rol, zij is bepalend voor mijn verhaal.
Door haar verschijning is alles veranderd, ben ik veranderd.
Ik was verbijsterd, gefascineerd, gehypnotiseerd.
Ik werd verteerd, van mijn sokken geblazen.
Haar aanwezigheid maakte dat ik gulzig doorlas, ik kon niet wachten op het volgende moment met haar.

Haar afwezigheid maakt dat ik honger naar de volgende bladzijde, in de hoop dat zij weer uit de woorden tevoorschijn komt.
Ik weet ik kan mijn eigen verhaal richting geven,
maar durf ik haar weer terug te schrijven, of wacht ik af of zij mij haar verhaal inschrijft?
Of zal het lot ons samenbrengen in ons verhaal?

Maar dat zij in mijn verhaal is geweest, maakt dat zij voor altijd deel uitmaakt van mij en niet meer weg te denken is.
En dat maakt dat ik mij rijk voel, verdrietig om het gemis, maar toch, ik ben bij haar geweest.

En dan natuurlijk de hoop dat ik een kleine, maar toch warme, belangrijke, onvergetelijke rol heb gespeeld in haar verhaal.
Zal ik haar geraakt hebben? Iets van betekenis, op dat moment, of zo achteraf?
Zal zij nog aan mij denken?

©Judith Nachtschade

donderdag 26 februari 2015

Altijd wel, ergens...

'Niets bestaat dat niet iets aanraakt.'

Uit: Bezonken rood / Jeroen Brouwers, p.7

Kom nou toch snel

Zoek mij terwijl ik er ben. Leer mij kennen, omdat ik er ben.
Ik ben er immers. En toch is het zeker dat ik er niet ben.

Dodenlied (Zuid Celebes)

(Uit: Bezonken rood / Jeroen Brouwers)

Diepe wens

Ik hoop dat jouw monster
je niet vindt.

Mijn monster?

Mijn monster is er altijd,
behalve als ik er niet ben.

©Judith Nachtschade

maandag 23 februari 2015

Op ont-dekkingstocht

Door het raam
zie ik het leven voorbij trekken,
binnen staat de tijd stil.

Ik heb het gevoel dat ik te laat ben,
te langzaam,
dat ik het over het hoofd zie,
dat ik overal achteraan loop.

En ik wil zo graag geloven dat het er allemaal wel is,
dat het komt,
dat ik alleen nog even moet ontdekken.

Maar die angst, de wanhoop, het ongeloof, het wantrouwen.... 

En toch,
laat ik op weg gaan,
op zoek gaan naar een wereld om in thuis te komen,
een vanzelfsprekendheid om in op te gaan.

©Judith Nachtschade

dinsdag 17 februari 2015

Omdraaien, vertrouwen en

Het blijven dromen van

de herinnering aan wat nooit is gebeurd,
maar waarvan ik zo graag wilde dat het zou gebeuren,

de herinnering aan wat is,
waarvan ik zo graag wil dat ik het anders kan zien,
dan het is,
dan zoals ik het zie,

de herinnering aan wat is gebeurd,
en waarvan ik wenste,
dat het niet gebeurd zou zijn,
als ik maar...

maakt dat ik achteruit leef,
verzwaart mijn stap,
angst,
iedere beweging voert mij verder weg.

Eigenlijk zou ik mij moeten omdraaien en vooruit leven,
met mijn armen open,
vol vertrouwen.

Ik hoef niet bang te zijn voor de toekomst,
deze is er al,
wordt gemaakt, daar waar ik ben.

Maar dan,
Moet ik niet meer doen?
Iets anders?
Moet het niet beter?

©Judith Nachtschade

dinsdag 10 februari 2015

Ik heb je wel gezien

Zet je masker af als je tegen me praat,
kleed je uit,
laat je zien,

je bent zo zo adembenemend mooi...

©Judith Nachtschade

dinsdag 3 februari 2015

Lijden op platgetreden paden

Gebroken hart :
Een gebroken hart is een open hart
(maar dan waait ook alles er doorheen)

Teleurstelling :
Alles gaat voorbij, een ervaring rijker en alle wonden helen
(Niets blijft en daarbij hier en nu doet het wel pijn)

Hopeloos, machteloos :
Er komt wel weer iets, maar wanneer dan???
En is dat wel datgene wat ik wil?
(ik wacht al zo lang, kom toch snel alsjeblieft!)

Wanhoop, nutteloosheid, doelloosheid :
Leef in het hier en nu, vertrouw....
(Beetje zekerheid en uitzicht is toch wel fijn....)

Ik wil zo graag iets om voor te leven :
Wees blij met wat je wel hebt, wees tevreden
(Ik zie het niet, misschien wil ik gewoon iets anders, iets GROOTS, iets van BETEKENIS, dat ik iets beteken)

Ik hoop zo op een lichtpuntje :
wees je eigen licht
(25 wat? En ook nog eens geen spaarmelamp...)

©Judith Nachtschade

Saviour Machine

Met mijn lichtbaken uit zicht verdwenen

Voel ik mij ontheemd,
doelloos, richtingloos, nutteloos en
moedeloos
Ik dobber maar wat rond
Weet niet waarheen en waarom nog

Bang dat er niet meer iets komen gaat
Mijn droom, mijn wens
Mijn stiekeme droomwens

Be careful what you wish for
(en ik ben gewaarschuwd.....Saviour machine / Bowie)

©Judith Nachtschade

maandag 26 januari 2015

Grenzeloze liefde?

Als ik denk, denk ik aan haar
Als ik voel, dan voel ik haar

Ik mis haar bij alles wat ik zie en wat ik doe

Zij woont in mijn hoofd en in mijn hart
Geen deurwaarder die haar eruit krijgt.

Maar zij, het beeld dat ik van haar heb, ben ik dat niet zelf?
Waar houdt zij op en begin ik?
Waar houd ik op en begint zij?

©Judith Nachtschade

zaterdag 10 januari 2015

Opgejaagd door onrust

Ik wil zo graag de toekomst weten, kunnen zien, grijpen en naar me toe trekken,
Of van mij afhouden, ontwijken,
Precies kunnen maken als en vormen naar mijn wens, mijn droom.

En dan soms is het ineens precies zo als ik het hebben wil, denk ik,
En dan probeer ik het uit alle macht zo te houden,
Stevig vast te houden opdat het mij niet ontglipt,
Slokt dat al mijn aandacht, kracht en energie op.

En dan ineens gebeurt er iets, iets onverwachts,
Een flits, een geluid, iets ineens,
Kom ik weer bij,
word ik weer wakker,
Waar en wie ben ik?
Wat is er in die tussentijd gebeurt?

Ik had geen of weinig aandacht had voor daar waar ik was en wat ik wel had.
Dan word ik overspoeld door heimwee, schuldgevoel, berouw.

En daardoor weer onrust, verwijten,
Wil ik weer ergens anders naar toe,
Maak ik weer toekomstplannen,
Wil ik weer ergens weg,
Wil ik dit nog (eens beter) doen,
En iets anders juist weer niet,
Wil ik minder dit zijn,
En meer dat.

©Judith Nachtschade

Zeker-weten II

Praten tegen dan wel met de Ander

Is taal die uitvliegt
Ik weet niet wat zij daar doet
En hoe zij aankomt
Of zij heel wordt gelaten
Of wordt vervormd
Of zij zelf heel laat en
Geen wonden slaat

Is taal die binnenkomt
Een uitdrukking van de Ander
Zal zij mij heel laten
Zal ik haar heel kunnen laten
Zal ik haar goed kunnen verstaan of
Hoor ik
Wat ik wil horen?

Laat de taal voorzichtig zijn...

©Judith Nachtschade


donderdag 8 januari 2015

Zeker-weten

Praten tegen dan wel met mijzelf
Is taal die thuisblijft en
die niet onbegrepen of verkeerd begrepen verdwaalt.

Maar
Vragen stellen aan mijzelf
Hoe het antwoord te verstaan?
Hoe het antwoord te interpreteren?
HOE WEET IK ZEKER?

©Judith Nachtschade

maandag 5 januari 2015

Onoverbrugbare afstand

'"Er was een tijd in ons leven dat we elkaar zo dierbaar waren dat niets onze vriendschap en broederschap leek te belemmeren en we alleen gescheiden waren door een kleine voetbrug. Op het moment dat jij erop wilde stappen vroeg ik: `Wil je de brug naar me oversteken?` - En meteen wilde je niet meer; en toen ik het weer vroeg zweeg je. Sinds die tijd zijn er bergen en razende rivieren en alles wat mensen nog meer scheidt en vervreemdt tussen ons geworpen en zelfs als we elkaar wilden bereiken zou dat niet kunnen. Maar als je nu denkt aan die kleine voetbrug ben je sprakeloos en je snikt en je verwondert je"`

Uit: Nietzsches tranen : roman van een obsessie / Irvin D. Yalom, vert. door Else Hoog, p. 96

zondag 4 januari 2015

Waarom

De Dood en het meisje

Ik wil niet sterven, zei het meisje tegen de Dood die haar vergezelde, ik wil niet, ik ben bang.
Wat een onzin, zei de Dood wrevelig, iedereen moet sterven, dat is nu eenmaal zo. Denk aan de ontelbaren die al gestorven zijn. De meesten wilden ook niet en wat heeft het geholpen?
Ik ben nog zo jong, zei het meisje.
Maar je gaat ook nu nog niet, zei de Dood geruststellend.
Ga dan weg, zei ze, ga dan zolang weg.
Nee, zei de Dood, dat kan ik niet.
Waarom niet, zei het meisje, waarom niet? Anderen laat je toch ook een tijdlang met rust, die worden toch ook niet iedere seconde aan je herinnerd? Ik kan niet aldoor in jouw gezelschap zijn, zei ze klagend, dan kan ik niet leven.
Maar juist daardoor weet je dat je leeft, zei de Dood, begrijp je dat dan niet?
O ja, zei het meisje, maar dat is geen leven, dat is een voortdurend afscheid nemen.
Het spijt me, zei de Dood kort, maar er is niets aan te doen. Het is nu eenmaal zo dat de een zich steeds bewust moet zijn van mijn aanwezigheid en de ander niet.
Maar waarom, riep het meisje uit, waarom! Dat is toch niet rechtvaardig.
De Dood glimlachte even maar antwoordde niet.

Uit: Verzameld werk / Jacoba van Velde, p. 219