zondag 4 januari 2015

Waarom

De Dood en het meisje

Ik wil niet sterven, zei het meisje tegen de Dood die haar vergezelde, ik wil niet, ik ben bang.
Wat een onzin, zei de Dood wrevelig, iedereen moet sterven, dat is nu eenmaal zo. Denk aan de ontelbaren die al gestorven zijn. De meesten wilden ook niet en wat heeft het geholpen?
Ik ben nog zo jong, zei het meisje.
Maar je gaat ook nu nog niet, zei de Dood geruststellend.
Ga dan weg, zei ze, ga dan zolang weg.
Nee, zei de Dood, dat kan ik niet.
Waarom niet, zei het meisje, waarom niet? Anderen laat je toch ook een tijdlang met rust, die worden toch ook niet iedere seconde aan je herinnerd? Ik kan niet aldoor in jouw gezelschap zijn, zei ze klagend, dan kan ik niet leven.
Maar juist daardoor weet je dat je leeft, zei de Dood, begrijp je dat dan niet?
O ja, zei het meisje, maar dat is geen leven, dat is een voortdurend afscheid nemen.
Het spijt me, zei de Dood kort, maar er is niets aan te doen. Het is nu eenmaal zo dat de een zich steeds bewust moet zijn van mijn aanwezigheid en de ander niet.
Maar waarom, riep het meisje uit, waarom! Dat is toch niet rechtvaardig.
De Dood glimlachte even maar antwoordde niet.

Uit: Verzameld werk / Jacoba van Velde, p. 219

Geen opmerkingen:

Een reactie posten